dinsdag 30 september 2014

Je ziet beter in het donker

Kerncentrales sluiten, kapitalisme en staat afkoppelen


Twee belangrijke zaken

De sabotage van een elektrische turbine in de kerncentrale van Doel in augustus 2014 heeft op z’n minst twee zaken op scherp gesteld. Twee belangrijke zaken die we nochtans nergens anders gelezen hebben.

Primo. Dat het nucleaire een duurzame en moeilijk oplosbare besmetting betekent, maar het toch mogelijk is om nu al de energieproductie van de doodscentrales stil te leggen.Kernenergie ligt niet alleen aan de oorsprong van rampen en permanente straling, van duurzame vergiftiging van de omgeving, haar schaduw legt ook een hypotheek op elk perspectief van vrijheid en zelforganisatie, vermits het beheer ervan het behoud impliceert van een autoritaire en verticale structuur, een gemilitariseerde structuur.

Secundo. Dat het heersende economische en statelijke systeem totaal afhankelijk is van een constante stroom van elektriciteit op straffe van stilstand. Fabrieken, commissariaten, ministeries, transport, administratieve instellingen: alle fundamentele structuren van de statelijke onderdrukking en de kapitalistische uitbuiting hebben hun afhankelijkheid van energie gemeen. En wanneer de dingen stilstaan, kan er iets anders beginnen bewegen.


Tegen het nucleaire

Al vanaf de bouw van de eerste kerncentrales spelen de managers van het bestaande met de angst voor de onvoorzienbare gevolgen van een kernramp. Degenen die in de buurt van kerncentrales (en in Europa is dat in feite iedereen) wonen zijn afhankelijk van de bouwers van die technologische ramp om zich te kunnen beschermen tegen een dergelijke ramp. Tegenover een kenramp, de radioactieve stralingen, de radioactieve “lekken” komen dezelfde nucleocraten die de ramp mogelijk gemaakt hebben opdraven om de situatie te “beheersen”: evacuatieplannen, zogezegde opkuis en ontsmetting, beheer van de stilgelegde kerncentrale,... Haar specialisten en haar commandostructuur maken zichzelf dus onmisbaar voor het beheer van de kernenergie. Elke kerncentrale produceert ook radioactief afval dat de specialisten dan onder de grond wegproppen in de hoop dat alles goed zal gaan. Radioactiviteit is nu overal (omwille van het afval, de straling, de bronnen van “lage” straling zoals de laboratoria, de ziekenhuizen, de bommen met verarmd uranium...) en brengt leucemieën en kankers voort, wijzigt de genetische structuren van planten en levende wezens, besmet de planeet op onomkeerbare wijze.

Je afvragen waarom kernenergie bestaat betekent de redenen te begrijpen om je er krachtig tegen te verzetten. De kerncentrales produceren energie voor de technologische vooruitgang waaraan het kapitalisme verslaaft is. De kerncentrales produceren de energie die geopolitieke strategieën bepaalt (zoals olie en gas dat ook doen), die de concurrentie en samenwerking tussen staten vormgeeft. De kerncentrales produceren de afhankelijkheid van de mensen aan haar onderdrukkers. Ze produceren de onderdanigheid aan de hiërarchieën die deze wereld beheren en in stand houden. Ze produceren sociale vrede.

Het nucleaire moet dus gestopt worden, zowel de kerncentrales als het nucleair onderzoek, zowel de militaire als de burgerlijke toepassingen ervan. De stopzetting van het nucleaire is noodzakelijk op het pad naar vrijheid.


Angst

Sinds de sabotage tegen de kerncentrale van Doel hebben de politiekers het bijna alleen maar gehad over de dreiging van een black out, van een veralgemeende elektriciteitspanne. Als je hen hoort praten dan zou je denken dat we aan de vooravond van een apocalyptische nachtmerrie staan. Het regent oproepen tot “verantwoord consumeren”, maar ook tot het bewaren van kalmte en orde. Om het hoofd te bieden aan een eventueel tekort heeft de staat een afkoppelingsplan opgesteld waarbij de elektriciteit afgesloten wordt bij de mensen, eerder dan bij de kantoren, fabrieken, commissariaten, ministeries. Economie en veiligheid komt voor alles, dat is geen verrassing.

Wanneer de politiekers het over een black out hebben willen ze zonder twijfel de bevolking angst aanjagen om hun onderwerping te bekomen. Staan zwaaien met een mogelijks elektriciteitstekort is het mentale terrein effenen voor bijvoorbeeld de bouw van een nieuwe kerncentrale. Nooit wordt de vraag gesteld waarvoor al die energieproductie eigenlijk nodig is. Ncohtans kan je de moderne vraatzucht van het kapitaal misschien meten aan haar energieconsumptie. Om maar een eenvoudig voorbeeld te geven: om rijken, eurocraten en managers op één uur en 20 minuten met de Thalys van Brussel naar Parijs te brengen is een hoeveelheid elektrische energie nodig die vijf Brusselse huishoudens gemiddeld op jaarbasis verbruiken.

Deze angst overwinnen betekent niet de ziekenhuizen en rusthuizen te willen kortsluiten zoals de staat ons zou willen doen geloven. De staat zal elke kritiek, sabotage-actie van de afhankelijkheid van het elektriciteitsnet bestempelen als een “terroristische daad”, terwijl het net de staat is die angst zaai, die dreigt met het spook van de terreur die een flinke kortsluiting in de normaliteit zou betekenen, die hele streken platbombardeert en plundert om haar toegang tot olie, gas en grondstoffen te verzekeren.

De leugens van de staat moeten doorprikt worden. Ze beweert dat wij allemaal in hetzelfde schuitje zitten et dat we allemaal inspanningen moeten leveren om het bootje druivende te houden. Maar dat is niet waar. We zitten tegen onze wil op haar bootje. Vastgeketend zoals de galeislaven van vroeger om de machine te laten draaien.Vervreemd van het echte leven, want vermits je geboren wordt en sterft in de romp van de boot, in de romp van werk, gehoorzaamheid, consumptie, hebben je ogen nooit de horizon of de hemel kunnen aanschouwen. De macht beweert dus dat het terrorisme is om de boot te willen doen zinken, want de macht wil, inderdaad, haar macht over de geketende slaven behouden. Aan jou om te kiezen of je een heel leven lang vastgeketend wil blijven, of je jezelf wil bevrijden en daarbij het risico aandurft om zelf te moeten zwemmen; aan jou om te kiezen tussen onderwerping en revolte, tussen gehoorzaamheid en waardigheid.


Sabotage en stilstand van de economie

Wat is het kapitalisme eigenlijk? De vraag is complex en kan op duizend verschillende manieren benaderd worden. Maar laten we hier alleszins drie fundamentele aspecten aanhalen.

Ten eerste is er de kapitalistische productiewijze, de productie van koopwaar. Die productie wordt verwezenlijkt doorheen structuren (de fabriek, het atelier, de machines,...) en door arbeidskrachten (arbeiders, bedienden, slaven,...). De kapitalist genereert winst door te investeren in de structuren en door de arbeidskrachten uit te buiten (dus door hen minder te betalen dan wat ze werkelijk produceren in termen van kapitalistische waarde). Het belangrijke hier is het feit dat de productie dus afhankelijk is van de gewilligheid van de arbeidskrachten, want als die niet willen werken dan draait de machine niet; en dat die productie ook afhankelijk is van structuren, want een gedynamiteerde fabriek kan niets produceren.

Ten tweede is er de kapitalistische ruilwijze: consumptie, handelen, circulatie van goederen en koopwaar. Daarvoor moet het kapitaal markten genereren waar het haar producten kan slijten, en dus noden scheppen; het moet het geld laten circuleren via banken, beurzen, investeringen, want een euro die hier geïnvesteerd wordt heeft niet hetzelfde rendement als een euro die ginder geïnvesteerd wordt; en vooral, en dat is wat ons hier het meest interesseert, heeft het kapitaal infrastructuren nodig om deze circulatie te verwezenlijken. Spoorwegen en havens om koopwaren te transporteren, communicatienetwerken om de handel te organiseren, elektriciteitsnetwerken om dat alles te laten draaien. Het kapitalisme is dus ook afhankelijk van constante stromen, zowel materiëel (koopwaar, arbeidskrachten, grondstoffen, energie) als immateriëel (informatie, gegevens, onderzoeksresultaten,...)

Ten derde is er de reproductie van de kapitalistische sociale verhouding, en dat is misschien wel de kern van de hele kwestie. De sociale verhoudingen bepalen de plaats en het gedrag die van ieder verwacht worden in de maatschappij: zowel van de rijke als van de arme stakker, van de kapitalist als van de werknemer, van de flik als van de gevangene. Maar deze verhoudingen zijn niet louter “ideologisch”, ze verwezenlijken zich in de ruimte. De arme heeft zijn plaats in een kippenhokappartement, de rijke in zijn villa. De gevangenis met haar cellen, muren en prikkeldraad sluit individuen op en schept zo de rol van gevangene en van bewaker. Deze reproductie van de sociale verhoudingen valt vandaag bijna volledig samen met de continuïteit van de normaliteit, met andere woorden, zolang de dagelijkse sleur verdergaat hoeft de macht niet te vrezen dat we de rollen die ze ons oplegt in vraag zullen stellen. En die sleur kan gesaboteerd worden. Die kan kortgesloten worden

Als alle controle, uitbuiting en onderdrukking mede afhankelijk is van energietoevoer is het logisch dat al die kleine infrastructuren waarmee het territorium bezaaid ligt oplichten in de ogen van de opstandeling: elektriciteitskasten, ondergrondse kabels, transformators, glasvezelkabels, GSM-masten,... Al die structuren zijn dermate talrijk en uitgezaaid dat de macht ze nooit efficiënt zal kunnen beschermen tegen een opstandige daad, tegen verspreide en herhaaldelijke sabotages.

Sabotage op zich kan de kapitalische en autoritaire sociale verhouding niet veranderen, maar het is zeker dat zolang de machine blijft draaien, je niet kan hopen dat de dingen in vraag gesteld worden. De alomtegenwoordigheid van de overheersing maakt een eerste breuk in de normale gang van zaken noodzakelijk. Want alleen in die breuk kan je hopen om een moment voor onszelf te bekomen, een moment om na te denken waar we staan en om een andere wereld in te beelden.

Vreemd, maar ergens voelt het aan dat je beter zal zien in het donker.